1442 januari 18

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo primo

Jacobus Steenwech en Ludolphus Buck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Berger, zoon van wijlen Johannes Hermans, aan Petrus, zoon van wijlen Stephanus Heynen soen de Hees, heeft overgedragen een erfpacht van 1 zester rogge uit (niet gespecificeerde goederen van Johannes overeenkomstig de uitspraak van een geschil tussen Johannes en Luytgardis, weduwe van Henricus Vos, welke pacht Luytgardis aan Johannes verschuldigd was.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0498

1442 januari 27

anno Domini millesimo quadrigentesimo quadragesimo primo

Theodericus die Lu en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Moel, zoon van wijlen Johannes, aan Lambertus de Doerne, zoon van Cristianus, ten gunste van Oda en Elizabeth, kinderen van wijlen Willelmus Moel en van wijlen Hilla, zijn vrouw, dochter van wijlen Johannes Coel, en ten gunste van Ghiselbertus en Godefridus, broers, kinderen van wijlen Rutgerus Morinc en van wijlen Hilla, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in een zekere hofstad in de Hynthamerstraat en de gebouwen op die hofstad tussen het erfgoed van Leonius de Erpe en het erfgoed van wijlen Lambertus Buck, voller, welke hofstad Willelmus Moel van Bernardus, zoon van wijlen Bernardus Gerits soen de Geffen, verkregen had. Elizabeth, Ghiselbertus, Godefridus en Bernardus, zoon van wijlen Bernardus Gerits soen de Geffen, wettige echtgenoot van Oda, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Goeswinus Tolinc, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die fabriek deze hofstad met zijn gebouwen overgedragen.
Dorsaal: Dits den brief daer Willem Moel (vercregen ?) heeft op een erve dat nu kerchof ys.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0499

1442 februari 19

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo primo

Jacobus Steenwech en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus, zoon van wijlen Amelius die Rode, aan Arnoldus Paenweter, zoon van wijlen Henricus, verkocht heeft een erfpacht van een ½ mud rogge uit:
  1. een stuk land Den Buenre, 3 lopenzaat groot, in de Sint-lambertusparochie in Vucht op de plaats Cromvoirt tussen het erfgoed van Theodericus "die olislegher" aan een zijde en het erfgoed van Ghibo Huesdens aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemene gronden tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Gibo Koet,
  2. een stuk land, Den Bunt, 1 zester groot, tussen het erfgoed van Laurencius Vannart aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het gemeenschappelijke pad Die Broeckstege tot aan de dijk,
  3. huis, erf, hof en aangrenzende akker, 5 lopenzaat groot, aldaar tussen het erfgoed van Razo Hannensoen aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemene gronden tot aan het erfgoed van wijlen Johannes Colen.
Dorsaal: de capelle tot Middelroey.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0501

1442 mei 2

Jacobus Steenwech en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat fraters Theodericus de Hoculem, prior, Emondus de Scerpenberch, supprior, Willelmus Hernic, cellier, en Johannes Buck, kloosterlingen van het convent Porta Celi, aan Hermannus de Amerzoyen verkocht hebben een erfcijns van 4 £ uit het huis en erf dat vroeger van Johannes Bathenborch was, nu van Johannes vanden Eynde en van Roverus Vos, aan de Hogensteenwech op de hoek van een zeker straatje lopend van die straat naar de Kerstraet tussen dat straatje aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Aelbertus die Jeger aan de andere zijde.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0502

1442 mei 2

Heer Dirc van Hoekelem, prioer, en het convent van de Baseldonc, oorkonden dat zij aan Herman van Amerzoeyen verkocht hebben een erfcijns van 4 £ uit een stenen huis aan de Hogen Steenwech, tussen het erfgoed van wijlen Aelbrecht die Jegher aan een zijde en een klein straatje aan de andere zijde, welk huis vroeger eigendom was van Jan Batenborch en nu van Jan vanden Eynde en van Rover Vos, welke cijns zij dezelfde dag voor de schepenen van Den Bosch hadden verkocht.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 1262

1442 mei 5

Ludolphus Buck en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij de volgende akten gevidimeerd hebben:
  1. een akte van Petrus de Waderle, en Willelmus Vrancken, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1355 september 30, (in crastino beati Michaelis)
  2. een akte van schepenen, gezworen rentmeesters, dekens van de ambachten, een deel van de goede knapen en de stad Tshertogenbossche, gedateerd op 1356 januari 18, (Int jair ons Heren dusent driehondert vyftich ende vive op Sente Peters dach ten Stoel dat men heyt ad Cathedram),
  3. een akte van Hesselo de Drongelen en Godefridus de Zeelst, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1420 mei 4,
  4. een akte van Henricus Dicbier, zoon van Godefridus, Henricus Heyme en Henricus Steenwech, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1422 februari 28 (ultima die mensis februarij, anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo primo).
  5. een akte van Willelmus de Aa, ridder, Emondus Rover, Arnoldus Veer, Hubertus de Ghemert, Egidius de Ghele, Arnoldus Stamelart de Uden en Johannes de Best, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1402 mei 27 (sabbato post festum sancti Sacramenti)
  6. een akte van Egidius Coptiten en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1403 maart 10 (sabbato post dominicam qua cantatur Invocavit, anno Domini millesimo quadringentesimo secundo),
    Johannes en Luppertus, broers, kinderen van wijlen Theodericus die Leeuwe, zijn voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben verklaard dat zij de bovengenoemde akten in bewaring hebben ten gunste van henzelf, Geertrudis, weduwe van Bartholomeus Vos, en van Godefridus, zoon van wijlen Johannes Luppen, en zij hebben beloofd deze akten aan Geertrudis en Godefridus zo vaak te overhandigen als deze ze voor de uitoefening van hun rechten nodig hebben, echter op voorwaarde dat als zij hun recht gehaald hebben, ze deze akten aan Johannes en Luppertus zullen teruggeven, die ze in bewaring zullen houden.
Dorsaal:
  1. De quadam domo in die Sadelstraet ad fabricam (Van Uden).
  2. Numero 57 (Vander Weeghe).
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akten de datum waarop ze oorspronkelijk opgesteld zijn.
Nummer: 1783

1442 mei 19

Jacobus Steenwech en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Johannes Thys soen, aan Petrus, zoon van wijlen Everardus Roefs, gegeven heeft:
  1. een huis, erf en hof in de parochie Gestel bij Oesterwyck tussen het erfgoed van Willelmus Snellen aan een zijde en de gemene gronden aan alle andere zijden,
  2. Die Hageacker in de parochie Diessen op de plaats Op Hagehorst tussen het erfgoed van Willelmus de Heze aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes vander Spaendonck aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Willelmus de Heze tot aan het erfgoed van Mathias Meeus,
  3. een huis en hof op de voornoemde plaats tussen het erfgoed van Willelmus Snellen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
tegen betaling van
  1. een grondcijns aan de Heer van een ½ oude groot,
  2. een erfcijns van 40 schelling,
  3. een erfpacht van 6 lopen rogge, Diessense maat,
uit het eerstgenoemde huis en erf,
  1. een grondcijns aan de Heer van 1 oude groot,
  2. een erfcijns van 40 schelling,
  3. erfpachten geschat op een totaal van 31 lopen rogge, Diessense maat, en 6 lopen rogge, Bossche maat,
die aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen eerder uit die akker betaald moesten worden,
  1. een erfpacht van 1 mud rogge, Gestelse maat, aan Johannes.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0503

1442 juli 6

Philips (de Goede), hertog van Bourgondië en van Brabant, Janne Tsraets, Herman van Vorssem, Hubrecht Goebels, Janne van Herichsem, Clause Gouy, stadhouder van de lenen van Brabant, en mannen van leen, oorkonden dat zij aan Willem van Rode, zoon van Willem Laureins van Rode, toestemming hebben gegeven om aan Jan Sporkille te verkopen een erfrente van 50 beierse gulden uit de helft van een vierde van de tienden uit Hilwaerenbeke en 26 morgen land in Littoyen die aan Willem van Langelaer toebehoren en dat Willem van Rode in hun handen de 50 beierse gulden opgedragen heeft en dat Jan Sporkille deze 50 gulden van hen in leen kreeg.
Dorsaal: vander tyende tot Helverenbeeck die erme aldaer.
Zegels: groot zegel licht beschadigd, kleine zegels, le en 4e licht beschadigd, 2e ontbreekt, 3e en 5e klein fragment.
Nummer: 1560

1442 juli 7

Acta ... in domo habitationis ipsius testatoris

Notaris Daniel vanden Steenacker, clericus van het bisdom Cameracen, instrumenteert een extract uit het testament van Nijcholaus Scrijnmaker, waarin deze heeft vermaakt aan de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 5 £, na de dood van Beatrijs, zijn vrouw, welke de kinderen van Rut Coppensoenen Nicholaus verschuldigd zijn uit een niet gespecificeerd erfgoed in Beerlichem op de volgende voorwaarden:
  1. de kerkfabriek mag deze cijns nooit vervreemden,
  2. de voornoemde Coel en Beatrijs, zijn vrouw, zullen beiden een graf in de Sint-Jan hebben.
Nummer: 0504

1442 juli 10

Acta ... in domo inhabitationis dicti testatoris

Petrus de Tuyl, dienstdoend priester in de parochiekerk van Berlikem, oorkondt dat Egidius, zoon van Johannes Egidij, parochiaan van de voornoemde parochie, in zijn testament de volgende legaten heeft gedaan aan:
  1. de Saint-Lambert in Luik 1 x 8 penningen, cromsterten genoemd,
  2. heer Petrus de Tuyl en de koster 1 x 3 penningen, cromsterten genoemd,
  3. ten gunste van 1 mis in de kapel van Middelrode in die parochie een erfpacht van 10 schelling uit:
    a) een huis en hof op de plaats Dat Ghewat bij het erfgoed van Gherardus Bartholomel aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus de Beke aan de andere zijde,
    b) stuk land bij die kapel bij het erfgoed van Johannes Egidij aan een zijde en het erfgoed van Walterus, zoon van Jacobus die Hodemaker aan de andere zijde.
Met als getuigen: Petrus Sluter, Johannes Egidij en Johannes Hudskens.
Dorsaal: Deelis Jan Deelens zoenszoen X schelling op Sinte Bartholomeusdach.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1263

1442 juli 20

Jacobus Steenwech en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus Kyemt, zoon van wijlen Johannes Kyemt, aan Wennemarus Witmery gegeven heeft een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Nysterle op de plaats Dorsselaer tussen de gemene gronden en het erfgoed van Wennemarus aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Wennemarus tot aan gemene gronden, met hier echter van uitgezonderd een buurtweg die door die erfgoederen loopt, tegen betaling van:
  1. een erfcijns van 1 penning aan de buren van Nysterle die daar eerder uit betaald moest worden,
  2. een erfpacht van 1½ mud rogge aan Petrus.
Dorsaal: Nystelroey 1 malder roggen 157 verso (Vander Weeghe ?)
Zegels: vrijwel onbeschadigd.
Nummer: 0505

1442 oktober 6

Philips (de Goede), hertog van Bourgondië en van Brabant, en Henrick Magnus, stadhouder van de lenen van Brabant, meester Janne Bout, doctor in beider rechten, de aartsdiaken van Famenne, kanselier, Symoene van Herbais, raadsman, Ambrosio van Dynter, secretaris van het land van Brabant, Herman van Vorssen, deurwaarder, Janne tsRaits, Janne van Herysen, Hubrecht Goebels en Clause Goey, oorkonden dat zij aan Willem van Langelaer, zoon van wijlen Bruysten van Langelaer, toestemming gegeven hebben om aan Arnd Stamelart, zoon van wijlen Henric, te verkopen een zekere som geld en dat Willem van Langelaer hen de helft van een vierde van de tienden van Hilwaerenbeke opgedragen heeft aan de stadhouder ten gunste van Arnt Stamelart en dat zij Arnt Stamelart met de helft van dit vierde deel van de tienden in Hilwarenbeke beleend hebben en dat Arnt Stamelart van hen een onderpand in leen gekregen heeft in de vorm van 26 morgen te Littoien, die Willem van Langelaer als onderpand gegeven had.
Dorsaal: tienden tot Hilvarenbeeck Numero 82 (Vander Weeghe).
Zegels: groot zegel fragment, kleine zegels le en 5e zwaar beschadigd, 2e, 4e en 7e zegel ontbreken, 3e en 6e zegel klein fragment, 8e zegel licht beschadigd.
Nummer: 1784

1442 december 31

Johannes de Craendonc, zoon van Lodovicus, en Reynerus Loden, zoon van Reynerus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elysabeth, dochter van wijlen Jordanus de Berkel, aan Katherina, dochter van wijlen Henricus de Bucstel, begijn, heeft overgedragen een erfcijns van 40 schelling uit een huis, hof en aangrenzende erfgoederen in de parochie Nuwelant op de plaats Wilshuysen, welke aan Elysabeth was overgedragen door Stephanus, zoon van wijlen Stephanus Henrics soen van Bucstel, bakker.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0506

1443 januari 2

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo secundo

Johannes die Joede en Godefridus Boest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghiselbertus de Rode, zoon van wijlen Godefridus de Rode, als weduwnaar van Elysabeth, natuurlijke dochter van wijlen Arnoldus Nonic, aan magister Martinus, zijn zoon, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfpacht van 3 mud rogge uit:
  1. een windmolen in de parochie Arlebeke,
  2. de hoeve Ten Culen in de parochie Rixstel en uit alle afhankelijke goederen van die hoeve,
welke pacht Arnoldus Nonic aan Ghiselbertus en Elysabeth als bruidsschat overgedragen had.
Dorsaal: Johannes Pels Gijsbrecht solvit.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0507

1443 januari 17

Jan Goeyarts sone, Dijrc Mathys sone, Jan Kuyst, Mathys van Gherwen, Rolof Jans sone, Henric Jans sone en Jacob van Noddenvelt Jans sone, schepenen in Beerlikem, oorkonden dat Jacob Kostkens sone aan Heynen Henric Kostkens soens sone, zijn oom, en "kolen" van Beerlikem, als meester van de kapel in Middelroey, ten gunste van die kapel beloofd heeft te betalen een erfcijns van 2 £ uit de goederen die hij van Costken, zijn vader, en Fyssia, zijn moeder, geërfd had, te weten uit het vijfde deel van de volgende goederen:
  1. een huis en hof met een stuk land daaraan gelegen in de parochie Beerlikem te Middelroey naast de openbare weg aan een zijde en dat ven aan de andere zijde en vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Jan en Henric, kinderen van wijlen Lambert Kostkens soen,
  2. een lopenzaat land daar recht tegenover naast de straat gelegen naast Heyne Kostkens soen aan een zijde,
  3. een stuk beemd, In Balsbeemdt, naast Arnt van Beke aan een zijde en de abt van Berne aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Aleyten Smonycs,
  4. een stuk beemd tussen Arnts van Beke en de Aa,
  5. een stuk akkerland en beemd naast de abt van Berne en meester Gerit van Vladeracken aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich met een einde uitstrekkend tot aan Jacobs erfgenamen van Beerlikem en met het andere einde tot op de abt van Berne en meer erven,
  6. 2 stukken land, 4 lopensel groot, Opten Hostacker.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0508

1443 februari 6

Jan (van Heinsberg), bisschop van Leodium, oorkondt dat hij aan elke geschikte priester toestemming geeft om de mis te lezen op een altaarsteen op het pas ter ere van Maria opgerichte nog niet geconsacreerde altaar naast de toren van de Sint-Jan uitgezonderd zij, die kerkelijke straffen hebben opgelopen en anderen die onder een of ander interdict staan en het recht van de kerk in alles steeds onaangetast blijvend.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 0500

1443 februari 6

  1. Johannes, Dei et Apostolice Sedis gracia episcopus Leodiensis, notum facimus universis, quod nobis placet et de nostris procedit licencia, consensu et voluntate
  2. specialibus, quod in altari, ad laudem et honorem gloriosissime Dei genitricis virginis Marie, juxta turrim ecclesie parochialis et collegialis
  3. Sancti Johannis Ewangeliste in Buscoducis nostre Leodiensis dyocesis constructo et fundato, nondum tamen consecrato, divina missarum
  4. solempnia supra lapidem portatilem consecratum per quemcumque presbyterum secularem ydoneum celebrantur et valeant celebrari, suspensis
  5. a divinis, excommunicatis et interdictis et aliis, qui causam alicuius interdicti dederunt, exclusis, jureque matricis ecclesie in omnibus semper
  6. salvo, hinc ad byennium dumtaxat quocies interum optinendum. Datum sub sigillo nostro ad causas pendentes appenso anno
  7. a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo secundo mensis februarii die sexta.
    pro domino sigillatore
    Daniel de Zelanden
  1. Presentes litteras et contenta in eisdem adhuc ad annum a die date subscripte communicamus et prolongamus
  2. per presentes. Datum anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo quarto mensis Julii die 25.
Nummer: 0500

1443 februari 11

anno Domini millesimo quadringentesimo quadrasemio secundo

Godefridus Boest en Johannes de Craendonc, zoon van Lodovicus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Gerardus vanden Eynde van Scynle, aan Rodolphus van Herpen, zoon van wijlen Rodolphus van Herpen, verkocht heeft een erfcijns van 5 £ uit 1 morgen land in de parochie Scynle op de plaats Aent Wybosch tussen het erfgoed van Albertus, zoon van Gerardus, aan een zijde en het erfgoed van Katherina, dochter van Gerardus, aan de andere zijde.
Dorsaal:
  1. Willem vanden Eynde dat ghilt nu Luyken Hansen si suster ?
  2. Willem van Kessel Hermanssoen V pont.
Zegels: beide kleine fragmenten.
Nummer: 0509

1443 februari 28

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo secundo

Goeswinus Heym en Johannes de Craendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van Wytmannus, zoon van wijlen Willelmus Grieten soen, aan Theodericus, zoon van Arnoldus Sparbosch, overgedragen heeft een erfpacht van 8 zester rogge, die deel uitmaakt van een erfpacht van 9 rogge, en welke pacht Arnoldus, zoon van Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Langerbeen, aan eerstgenoemde Willelmus verschuldigd was uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzend stuk land, 12 lopenzaat groot, in de parochie Oesterwyck op de plaats Berkel aan alle zijden tussen de gemene gronden,
  2. een stuk land, 17 lopenzaat groot, aan alle zijden tussen de gemene gronden,
  3. een akker, 6 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van Elizabeth, weduwe van Arnoldus Wynen, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Nycolaus vanden Leempoel aan de andere zijde,
  4. een stuk land, Die Wuesthoeve, tussen het erfgoed van Elizabeth Peters en haar kinderen aan een zijde en de Openbare weg aan de andere zijde.
Dorsaal:
  1. 8 sester d'Oesterwyc te Berkel ex parte Ode.
  2. ? teneo ad fabricam van 8 sesters rogs Oesterwick (Van Uden ?).
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0510

1443 maart 8

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo secundo

Goeswinus Heym en Godefridus Boest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mathyas Egens, zoon van wijlen Henricus Egens, aan Arnoldus de Berlikem, zoon van wijlen Henricus de Berlikem, beloofd heeft te betalen een erfcijns van 4 £ uit een huis, erf en hof in de Diepstraet tussen het erfgoed van wijlen Goeswinus Model vander Donck aan een zijde en het erfgoed van wijlen Henricus Buck, nu van diens erfgenamen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het water dat op die plaats stroomt, welk huis, erf en hof Mathyas van Arnoldus vanadaag verkregen had.
Dorsaal: van Teijs Egens 4 £ Aert Jans soen huijs.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1178

1444 januari 4

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo tercio

Johannes de Erpe en Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Everardus Roefs soen vander Hagehorst, aan Henricus de Goch, zoon van wijlen Johannes de Goch, verkocht heeft een erfpacht van 15 zester rogge, Hilvarenbeekse maat, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar uit:
  1. een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 4½ lopenzaat groot, in de parochie Diessen op de plaats Hagehorst tussen het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Johannes Kroyen, aan een zijde en het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Johannes Melijs soen aan de andere zijde en een einde en met het andere einde tot aan de gemene gronden,
  2. de helft die hij bezat in een stuk beemd op de plaats Ymnerle tussen het erfgoed van Johannes, zoon van wijlen Johannes Kroyen, aan een zijde en het erfgoed van Willelmus, zoon van wijlen Jacobus Aleyten soen, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Gerardus, zoon van wijlen Amelius Zibben, tot aan het erfgoed van Hubertus vander Hagehorst.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat deze pacht meteen na de dood van de koper en van Maria, diens vrouw, dochter van Johannes Thijs, aan de verkoper, als hij nog in leven is, of anders aan diens naaste erfgenamen, terugkeert.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0511

1444 februari 1

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo tercio

Godefridus de Drueten en Arnoldus Heym, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus Scilder, zoon van wijlen Gerardus Scilder, aan Petrus Cnode, zoon van wijlen Arnoldus Cnode, en aan Henricus Bolant, zoon van wijlen Henricus Bolant, gegeven heeft een stuk land, Den Heybuenre, in de Sint-Petrusparochie in Vucht met een einde naast het erfgoed van Nicolaus Heester en met alle andere zijden naast het erfgoed van Elizabeth de Eyck tegen betaling van:
  1. een grondcijns aan de Heer van 3½ oude groot die daar eerder uit betaald moest worden,
  2. een erfpacht van 6 zester rogge aan Rodolphus waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar.
Dorsaal: Item die fabryc sinte Jans 2 sester, sinte Lambertskerc te Vucht 3 sester ende die (capellatum ?) ten Bosch enen sester ut pater in libro.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 0512

1444 augustus 19

Acta in camera secretariorum opidi de Buscoducis

Notaris Rutgerus de Arkel de Buschoducis instrumenteert dat Johannes de Erpe, zoon van wijlen Leonius de Erpe, verklaard heeft dat hij aan de kerkmeesters van de Sint-Jan eerder het huis en erf van zijn overleden ouders in de Hinthamerstraat verkocht, welke tegenwoordig deel uitmaken van het kerkhof van de Sint-Jan, en opdat in de toekomst omtrent dit huis en erf geen vervelende twisten ontstaan heeft hij aan Amelius vanden Hoevel en aan Goeswinus Tolenck, meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, ten gunste van die fabriek schepenakten overgedragen waarin vermelding wordt gemaakt van dit huis en erf en heeft hij alle verplichtingen die op dit huis en erf rusten, ook namens zijn overleden ouders, broers, zussen en andere erfgenamen neergelegd. Met als getuigen: Johannes Balyaert, Godefridus de Drueten en Johannes de Erpe, schepenen in Buscoducis.
Nummer: 1264

1444 augustus 22

Arnoldus Rover de Porta en Ricoldus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Matheus de Cranenborch, zoon van Henricus de Cranenborch, aan Gerardus Scheenken, smid, verkocht heeft een erfcijns van 3 £ uit een stuk land in de parochie Roesmalen op de plaats Engelant op de plaats Inde Byescamp aan de overzijde van de gemeenschappelijke watergang tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Laurencius Coppen aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Cristianus Daems aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van het kapittel van de Sint-Jan tot aan die watergang.
Zegels: beide licht beschadigd. Nummer: 0513

1444 augustus 26

Johannes Balyaert en Godefridus de Drueten, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Erpe, zoon van wijlen Leonius de Erpe, aan Amelius vanden Hovel en aan Goeswinus Toelinck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan ten gunste van die zelfde kerkfabriek heeft overgedragen een zekere hofstad van Leonius in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Arnoldus de Vucht aan een zijde en het erfgoed van wijlen Willelmus de Nuwelant aan de andere zijde. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de kerkfabriek hieruit de volgende cijnzen zal betalen:
  1. een erfcijns van 4½ £ aan het kapittel van de Sint-Jan,
  2. een erfcijns van 7 £ aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  3. die cijns welke men hieruit verschuldigd was aan de erfgenamen van wijlen Theodericus die Lu.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0514

1444 november 4

Acta ... hec et alla in dicto integro testamento ... in camera superiori domus habitacionis Arnoldi Loer ... in vico dicto Aen Die Oude Dyese

Notaris Philippus de Bonyngen, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Walramus Manesijns, steenhouwer, inwoner van de stad Den Bosch, waarin deze heeft vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 x 2 rijnsgulden na zijn dood,
  2. de dienstdoende priesters van de Sint-Jan 1 x 1 rijnsgulden,
  3. de koster van de Sint-Jan 1 x een ½ Arnoldusgulden,
  4. de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 2 £ uit het huis, erf en hof van Ghiselbertus Back bij de Sint-Joriskapel meteen na zijn dood.
Met als getuigen: Arnoldus Loer, Wolterus van Houweningen, clericus van dat bisdom, Johannes die Wit, linnenwever, en Falco, zoon van Theodericus, leken, inwoners van de stad Den Bosch.
Dorsaal:
  1. folio verso XXIX. (Van Uden),
  2. Numero 25. (Vander Weeghe),
  3. 2 £ tegen oever der ouder schuts boogert (Vander Weeghe),
  4. II £ payment op den Audenhuls,
  5. Numero, folio 50.
N.B.: Een klein gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 1265

1445 april 26

Arnoldus Stamelart de Uden en Johannes Nonix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Henricus Goeswijns soen, aan Gerarda, dochter van wijlen Jordanus Hacken, weduwe van Jacobus Peters soen, verkocht heeft een erfcijns van 3 £, de 1e helft te betalen op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper, de 2e helft op Kerstmis, en de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper, uit een huis en erf aan het kerkhof van de Sint-Jan tussen het erfgoed van Vreza Snoecx aan een zijde en het erfgoed van Elizabeth Beth de Bucstel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Jacobus Dunnecop.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0515

1445 mei 31

  1. Datum per copiam. ... Notum sit universis
  2. presentes literas visuris seu audituris quod cum alias honesta persona Katherina relicta ... Pauli Scilders opidani
  3. ... opidi de Buscoducis ... inter cetera in testamento suo in quo
  4. perseverando et absque revocatione decessit ... domum aream et ortum cum suis pertinentiis ...
  5. in vico Hinthamensi inter duas portas exteriores eiusdem vici ad dictam Katherinam spectandem et
  6. a. et h. p. sex sextariorum siliginis solvendum dicte Katherine in Hyntham necnon a.
  7. et h. c. quatuor £ ... solvendum ipse Katherine per Johannem Jordani
  8. fabrum ... propter Deum ... legasset ad unam
  9. missam in qualibet setimana perpetuis temporibus in ecclesia sancti Johannis ...
  10. super altare sancti Eligii de novo construendo et fundando per Adrinanum Bertoldi tunc clericus nunc vero
  11. presbyterum et post ipsum per rectores pro tempore huiusmodi altaris desuper faciendum ... prout hec et
  12. alia in quodam publico instrumento per discretum virum dominum Jacobum de Liss ... nota-
  13. rium ... Et deinde discretus vir Wilhelmus de
  14. Haren opidanus ... eiusdem opidi ... inter
  15. cetera in suo ... testamento ... a. et h. p.
  16. ex omnibus et singulis bonis ipsius Wilhelmi dicto Adriano legasset ...
  17. ad opus et in augmentum unius misse in predicta ecclesia ... in
  18. aliquo altari per dictos dominos decanum et capitulum et ad voluntatem eorundem pro perpetuo beneficio ecclesiastico
  19. fundando prout hec et alia in eiusdem Wilhelmi testamento per dominum Petrum Mollener presbyterum predicte ecclesie
  20. ... plebanus ... Et insuper honestus vir Walramus
  21. Manesyns lapicida incola ... dicti opidi ...
  22. legasset sexaginta florenos renenses semel dandos et in hereditarijs
  23. redditibus convertendum ad opus unius misse et ad eandem in qualibet septimana die sabbati perpetuis temporibus
  24. futuris in altari sancti Eligii predicto noviter constructo nondum tamen consecrato per dictum dominum Adrianum
  25. et post ipsum per rectorem pro tempore ipsius altaris celebrandi prout ... in quodam publico instrumento
  26. per discretum virum Philippum de Bonyngen ... notarium ...
  27. Quapropter nos decanus et capitulum ecclesie sancti Johannis in nostro loco capitulari capitulari congregati
  28. ... ad humiles peticionem ... dicti domini Adriani
  29. in dicta nostra ecclesia de novo
  30. fundavimus ... ad et supra dictum
  31. altare sancti Eligii noviter constructurn in modum et formam sequendem. In primis quidem quod idem dictus Adrianus
  32. et quicumque rector huiusmodi altris post ipsum gaudebit privilegiis et libertatibus ... nostre ecclesie eritque sub
  33. iurisdictione ... nostris atque tenebitur interesse horis diurnis et nocturnis in choro nostro decantandum
  34. adiustar aliorum cappellanorum in nostra ecclesia ... beneficiatorum. Item quod idem rector pro tempore huiusmodi
  35. altaris tenebitur in dicto altari in qualibet ebdomada per se vel alium duas missas ab hac die inantea cele-
  36. brare. Item quod predicto beneficio annexum erit perpetuis ... temporibus officium sacristie. Sic quod quicumque rector
  37. altaris huiusmodi fuerit perpetuis ... temporibus tenebitur personaliter in eadem ecclesia residere et debeat gerere curam ornamentorum
  38. et iocalim preciosorum dicte nostre ecclesie ... Eciam
  39. tenebitur idem rector duos probos viros fideinssores magistris fabrice predicte nostre ecclesie ponere pro dictis ornamentibus
  40. et Iocalibus inquantum per ipsius negligentiam aliquid de eisdem committi contingat. Nec poterit huiusmodi beneficium
  41. per quecumque impetrari per literas apostolicas seu etc. permutari neque per singularem canonicum au personam conferi. Sed nos
  42. decanus et capitulum unacum nostro bastionario temporibus vacacioni huiusmodi altaris idipsum altare une persone ydonee conferre debe-
  43. bimus. Itemque idem rector in absentia amborum custodum nostre ecclesie pro tempore (existencium ?) dum in negocijs cure eiusdem fuerint impediti
  44. tenebitur defectus ipsorum infra chorum et ecclesiam supplere necnon de calice et alijs requisitis in summo altari providere et
  45. (vinum) celebrari in dicta nostra ecclesia ministrare et deliberare. De quibus (tamen ?) idem rector salariabitur ab eisdem custodibus iuxta
  46. decretum et dictamen nostrum. In quorum omnium et singulorum fidei et testimonij premissorum Nos decanus et capitulum ... sigillum nostrum ad
  47. causas presentibus literis duximus appendendum. Datum anno a Nativitate Domini millesimoquadringentesimo quadragesimoquinto
  48. mensis maij die uitima
  49. Et ego Philippus de Bonyngen clericus Leodiensii diocesis ...
  50. notarius
Dorsaal: copia fundacionis altaris sancti Eligii pro rectoribus fabrice ecclesie de Buscoducis.
Nummer: 1266

1445 juni 9

  1. ... Anno a Nativitate Eiusdem millesimoquadringentesimoquadrage-
  2. simoquinto ... die nona mensis junij ...
  3. honeste persone Jacobus filius quondam Goswini Cuper opidanus opidi de Buscoducis
  4. ac Mechtildis uxor eius legitima ...
  5. ordinaverunt testamentum ...
  6. legaverunt ...
  7. fabrice ecclesie sancti Lamberti Leodiensii unum ... braspenninc semel dandum
  8. fabrice ecclesie sancti Johannis ... totidem semel dandum. Item legave-
  9. runt presbyteris eandem ecclesiam ... unam quartam vini et custodibus
  10. eiusdem dimidium quartum vinum semel dandum. Item legeverunt ...
  11. proximoribus heredibus alterius ipsorum primo decedentis unum nobilem anglie ... semel
  12. dandum et inter ipsos equaliter dividendum et hoc in locum unius grossi antqui cum quoquidem legato
  13. ijdem testatores expresse voluerunt eosdem heredes (stare ?) contentos et a participatione aliorum
  14. bonorum suorum omnium fore exclusos. Insuper prenominati ... testatores legaverunt ...
  15. ac eorum quilibet in veram elemosina legant ... alteri ipsorum superstiti et ...
  16. omnia et singula sua bona mobilia et immobilia ...
  17. necnon clenodia et utensilia ...
  18. dantes sibi mutuo
  19. plenariam potestatem huiusmodi bona ... vendendum alienandum ...
  20. tali tamen condicionem per ipsos coniuges testatores in hijs expresse apportam
  21. quod post obitus ipsorum amborum ... omnia et singula bona sua prescripta tunc per ipsos
  22. relinquenda et invenienda solutis prius ipsorum debitis et exequiarum suarum expensis per probos
  23. viros estimentur quodquod fabrica ecclesie sancti Johannis ... de eisdem bonis omnibus et
  24. singulis bonis habere ... debeat decimam partem
  25. Acta ... in domo habitacionis ipsorum testatorum ...
  26. in vico Hinthamensi ...
  27. presentibus ibidem ... Waltero Voet Petro dicto Hoze Wilhelmo
  28. dicto vanden Eynde et Wilhelmo dicto van Roy laicis opidanis opidi de Buscoducis
  29. Et ego Philippus de Bonyngen clericus Leodiensii diocesis
Dorsaal: niets nieuws
Nummer: 1267

1445 augustus 26

Rodolphus Lonys en Willelmus Dicbier, zoon van Henricus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Stouthen, natuurlijke zoon van wijlen Johannes Stouthen, aan Paulus, zoon van wijlen Razo Jans soen overgedragen heeft een erfcijns van 3 £ en 5 schelling uit een zeker stuk land op de plaats Eyndhouts tussen het erfgoed van Petrus de Hyntham aan een zijde en het erfgoed van Tielkinus, zoon van wijlen Theodericus de Engelant, aan de andere zijde, welke cijns Johannes Stouthen van Johannes de Ouden, zoon van wijlen Willelmus Loyer, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0516

1445 november 22

Bartholomeus de Meerlaer en Goeswinus Toelinc, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Ghiselbertus Lysscap Junior en Goeswinus Steenwech, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1393 november 24 (in crastino beati Clementis martiris) gevidimeerd hebben. Rodolphus Scilder is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij de gevidimeerde akte ten gunste van hem zelf en van de kerkfabriek van de Sint-Jan in bewaring houdt en hij heeft beloofd aan de (meesters van de) kerkfabriek deze akte te overhandigen zo vaak als zij ze voor de uitoefening van hun rechten nodig hebben, echter op voorwaarde dat als de kerkfabriek haar recht gehaald heeft zij de akte aan Rodolphus zullen teruggeven.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop die oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1268

1446 januari 29

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo quinto

Godefridus Scilder en Goeswinus Toelinc, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Petrus Laureyns soen, aan Boudewinus, zoon van wijlen Johannes Gerits soen, overgedragen heeft een huis, erf en hof in de parochie Orthen op de plaats Maelstrem tussen het erfgoed van Lambertus Zwaertken aan een zijde en de openbare weg aan alle andere zijden, welk huis, erf en hof Willelmus van Arnoldus, zoon van wijlen Henricus de Orthen, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Boudewinus de verplichting zal vervullen die Willelmus aan Arnoldus gedaan had en die in de mee overgedragen akte vermeld wordt.
Dorsaal: ? ad fabricam (et ?) pauci vel nullius valoris.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0517

1446 februari 19

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo quinto

Arnoldus Monix, zoon van Ghiselbertus, en Goeswinus Toelinc, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, zoon van wijlen Aelbertus Henrix soen, gereed geld getoond heeft en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht van een erfpacht van een ½ mud rogge die Luytgardis, dochter van wijlen Bartholomeus Goddyns, overgedragen had aan heer Johannes de Vijfeycken, priester, en dat heer Johannes erkend had dat Willelmus deze rechten had.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0518

1446 juni 22

Arnoldus Monix, zoon van Ghiselbertus, en Godefridus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rutgherus Boeve, wettige echtgenoot van Johanna, dochter van wijlen Hermannus de Langhel, aan Arnoldus de Huesselinghen Goyartssoen overgedragen heeft een hoeve op de plaats Op Scadewyc tussen de hoeve van Hermannus de Langhel aan een zijde en de hoeve van Johannes Pieters aan de andere zijde, welke hoeve Hermannus de Langhel van Henricus Zwertaben soen van Berlichem verkregen had.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0519

1446 juli 1

Arnoldus Monix, zoon van Giselbertus, en Gerardus de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Reynerus die Roey, aan Henricus, Wolterus, Johannes senior, Johannes junior, broers, en aan Katherina, hun zus, kinderen van Mechteldis en Reynerus, ten gunste van hen en ten gunste van Petrus, hun broer, zoon van Mechteldis en Reynerus, en ten gunste van Amelius en Adrianus, broers, en van Elysabeth en Laurencia, zussen, kinderen van wijlen Laurencius, zoon van Mechteldis en Reynerus, had overgedragen haar vruchtgebruik in alle goederen die Reynerus bij zijn dood naliet. Henricus, Wolterus, Johannes senior, Johannes junior, broers, en Katherina, hun zus, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Arnoldus, zoon van wijlen Johannes Pylokers gegeven:
  1. huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, 5 lopenzaat groot, in de parochie Tylborch op de plaats Die Broecksyde tussen de gemeenschappelijke akkers, Die Loevensacker, aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Henricus die Roy,
  2. stuk wei, 3 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Henricus Obrechs aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes die Voecht,
  3. een stuk land, Die Oesterlinge, in de akkers Die Loevensacker, aan beide zijden tussen het erfgoed van Willelmus Melys, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Franco vanden Keirckhove,
tegen betaling van
  1. 1 cijnshoender en een erfcijns van 1 Hollandse plak aan de kerk van Tylborch,
  2. een erfpacht van 1 loop rogge, Tilburgse maat, aan het Maria-altaar in de kerk van Tylborch,
  3. een erfpacht van ½ mud rogge, Bredase maat, aan de kinderen van wijlen Henricus Boyens,
  4. een erfpacht van 6 lopen rogge aan Laurencius Huben soen,
  5. een erfpacht van 4 lopen rogge aan Zybertus, genaamd Zywe vander Hoeven,
  6. een erfpacht van 4 lopen rogge aan Gerardus Feytman,
die daar eerder uit betaald moesten worden,
  1. een erfpacht van 1 mud rogge aan Mechteldis zo lang als zij leefde en na haar dood en aan Henricus, Wolterus, Johannes senior, Johannes junior, Katherina en Petrus ieder 1/7 deel en aan Amelius, Adrianus, Elysabeth en Laurencia ook 1/7 deel.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1269

1446 juli 27

Arnoldus Monix, zoon van Giselbertus, en Godefridus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rutgerus Bove, zoon van wijlen Arnoldus, aan Arnoldus de Huesselingen Goyarts soen heeft gegeven:
  1. huis, erf, hof en erfgoederen die eraan grenzen, vroeger het eigendom van Hermannus de Langel, in de parochie Herpen op de plaats Op Scadewyc tussen het erfgoed van wijlen Johannes Preters aan een zijde en het erfgoed van wijlen Willelmus Jans soen, nu van een zekere Leyken aan de andere zijde, zich uitstrekkende vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van de kinderen van Eelkinus Jan Skalen soen,
  2. een erfpacht van 6 zester rogge uit een huis, erf, hof en stuk aangrenzend land tussen het erfgoed van Gerardus die Wilde aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus de Os en van Jacobus Polslouwer aan de andere zijde,
  3. een erfpacht van 1 mud rogge uit 2 morgen land op de plaats Op Verscadewyc tussen het erfgoed van Gerardus die Wilde aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Os aan de andere zijde en uit 5 morgen land tussen de genoemde 2 morgen land aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Os aan de andere zijde, bovendien uit 4 morgen land op de plaats Int Riebroec tussen het erfgoed van Jacobus Buelens aan een zijde en het erfgoed van Symon Jans soen aan de andere zijde,
  4. een erfpacht van 1 mud en 6 zester rogge uit een huis, erf, hof en aangrenzend stuk land, 7 morgen groot, op de plaats Scadewyc tussen het erfgoed van Petrus de Os aan een zijde en het erfgoed van Goeswinus, zoon van wijlen Gerardus vander Aelsvoert aan de andere zijde, bovendien uit 4½ morgen land in het broek Dat Riebroeck tussen het erfgoed van Symon Jans soen aan een zijde en het erfgoed van Jacobus Buelens aan de andere zijde,
welke pachten Rutgerus Bove van Johannes de Os verkregen had en die Rutgerus aan Arnoldus in erfpacht gaf tegen betaling van de (niet gespecificeerde) lasten die er eerder uit betaald moesten worden en tegen betaling van een lijfrente van 5½ mud rogge aan Rutgerus en Johanna, diens vrouw, dochter van wijlen Hermannus de Langel.
Dorsaal: Rutgerus Bove.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1270

1446 juli 27

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande.
Dorsaal: Arnoldus de Huesselingen filius Goyardi.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1271

1446 september 7

Johannes van Heinsberg, bisschop van Luik, staat aan geschikte priesters, die niet geëxcommuniceerd zijn, toe om op gedempte toon in stilte de mis te lezen op een draagbare altaarsteen op het altaar voor het Mariabeeld in de Sint-Jan, dat gesticht en gebouwd is maar nog niet geconsacreerd.
Dorsaal: Desen brief is doet.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 0520

1446 oktober 21

Andreas die Lu en Arnoldus de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus die Hoesch, zoon van wijlen Henricus die Hoesch, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, beloofd heeft te betalen ten gunste van Arnoldus de Huesselingen Goyarts soen binnen een termijn van 6 jaar vanaf het feest van Kerstmis zonder onderbreking gedurende die jaren 5 goudgulden, gewoonlijk rynschgulden genoemd, op het feest van Kerstmis en waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken van 1 jaar wegens de huur van een stuk land in de parochie Lyttoyen op de plaats Opten Weert en dat Arnoldus die Hoesch bovendien beloofd heeft dat hij op dit stuk land jaarlijks 40 wilgen zal planten en snoeien zoals andere mensen dit voor en na hem gedaan hebben en zullen doen.
Dorsaal: Dits betaelt op X rijnsgulden nae.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0521

1446 oktober 27

Goeswinus Heym en Symon die Hoesch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus Scilder, zoon van wijlen Gerardus Scilder, aan Willelmus de Vucht, zoon van wijlen Johannes de Vucht, overgedragen heeft een erfpacht van 6 zester rogge uit een stuk land Den Heybuenre in de Sint-Petrusparochie in Vucht aan een einde naast het erfgoed van Nycolaus Heester en aan alle andere zijden naast het erfgoed van Elizabeth de Eyck, welk stuk land Petrus Cnode, zoon van wijlen Arnoldus Cnode, en Henricus Bolant, zoon van wijlen Henricus Bolant, van Rodolphus Scilder in pacht verkregen hadden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0522

1446 december 13

Acta ... ante introitum chori ... ecclesie sancti Johannis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat verscheidene personen, zowel geestelijken als leken, verscheidene cijnzen, pachten en andere erfgoederen aan magister Arnoldus Buck, destijds deken van het kapittel van de Sint-Jan, bastionarius van de stad Den Bosch, voor schepenen van dezelfde stad overgedragen hadden en daaronder een erfpacht van 6 mud rogge uit de goederen te Laer in de parochie Aerl en uit alle afhankelijkheden van die goederen, welke pacht van 6 mud rogge wijlen kanunnik Henricus Buck en Wynricus Screynmaker van Theodericus die Clerck de Puppel verkregen hadden en welke pacht de executeurs van het testament van wijlen heer Johannes de Os, kanunnik van Luik, gekocht hadden van de voornoemde magister Arnoldus, bastionarius, ten behoeve van de eeuwige kapelanie die gesticht was op het altaar van de heiligen Michael aartsengel en Appolonia, in een zekere kapel naast de doopkapel in de Sint-Jan. De voornoemde magister Arnoldus, bastionarius, heeft aan magister en heer Petrus Crom, deken van de voornoemde kerk, ten behoeve van de rectoren van dit altaar, deze erfpacht van 6 mud overgedragen.
Nummer: 1561

1446 december 22

Godefridus Boest en Arnoldus de Gheel, zoon van Lambertus, oorkonden dat Willelmus, zoon van Willelmus, zoon van wijlen Reynerus Smacht, aan Henricus Mertijns verkocht heeft een erfcijns van 4 pond uit:
  1. het vierde deel van een huis, erf, hof en erfgoederen die eraan grenzen die vroeger van Adam de Pulser waren, 1 mudzaat groot, in de parochie Sint-Oedenrode op de plaats In ghenen beckart, aan beide zijden tussen het erfgoed van Arnoldus Moenen, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van de kinderen van wijlen Godefridus vander IJnden en het erfgoed van Henricus Loden,
  2. vierde deel van een stuk heidegrond, ½ bunder groot, aldaar tussen het erfgoed van de genoemde Arnoldus Moenen aan een zijde en een einde en het erfgoed van de kinderen van de genoemde Godefridus vander Ynden aan de andere zijde en het andere einde,
  3. vierde deel van een zester aldaar tussen het erfgoed van de genoemde Arnoldus Moenen aan een zijde en het erfgoed van Theodericus vanden Keer aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Openbare weg tot aan het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  4. vierde deel van een zester aldaar tussen het erfgoed van Roverus, natuurlijke zoon van wijlen Marselius vander Sloegen aan een zijde en het erfgoed van voornoemde Arnoldus aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Engelberna Luben,
  5. vierde stuk van een stuk grond, ½ lopenzaat groot, aldaar tussen het erfgoed van genoemde Arnoldus aan een zijde en het erfgoed van genoemde Roverus aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot het erfgoed van de bonifanten van Den Bosch.
Dorsaal: te Roey 4 libras Willem Remers soen
Zegels: beide ontbreken
Nummer: 0523

1447 januari 28

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo sexto

Arnoldus de Gheel, zoon van Lambertus, en Symon die Hoesch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elysabeth, weduwe van Matheus Kitsaerts, dochter van wijlen Theodericus de Rode, wandsnijder, aan Theodericus, haar zoon, ten gunste van hem en ten gunste van Aleydis en Yda, zijn zussen, dochters van Elysabeth en Matheus, heeft overgedragen haar vruchtgebruik in een erfcijns van 3 £, welke cijns (een niet gespecificeerde persoon of instelling) aan Elysabeth verschuldigd was uit een zeker huis en erf in het Clein Koerenstratken tussen het erfgoed van Jacobus de Bystervelt aan een zijde en het erfgoed van Theodericus Yewaens aan de andere zijde. Theodericus en Theodericus Prange, wettige echtgenoot van Yda, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Giselbertus de Peelt, smid, overgedragen 2/3 deel die zij bezaten in die cijns.
Dorsaal: nu Dirc die Cuper.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0524

1447 maart 13

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesmo sexto

Andreas die Lu en Symon die Hoesch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Martinus, zoon van wijlen Wantgerus Luyden soen, aan Hubertus, zoon van wijlen Hesselo vander Poeteren gegeven heeft:
  1. een stuk landbouwgrond in de parochie Beerlikem op de plaats Middelrode tussen het erfgoed van Emondus de Cleve aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Gerlacus de Cleve aan alle andere zijden,
  2. stuk land op de voornoemde plaats, In Die Loe, tussen het erfgoed van het convent van Berne aan een zijde en het erfgoed van Mechteldis, weduwe van Egidius vanden Ham, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed Voegels Hof tot aan de openbare weg,
tegen betaling van een erfpacht van 3 lopenzaat rogge aan de kerkfabriek van Beerlikem die daar eerder uit betaald moest worden en een erfpacht van 1 mud rogge aan Martinus.
Dorsaal: pro fabrica de uno modio siliginis ? in Berlickem.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, linkerzegel licht beschadigd.
Nummer: 0525

1447 mei 31

Jorden Jacobs soen en Arnt Saltken Claes som, schepenen in Herpen, oorkonden dat Rutgher Boeve Arnts soin van Oeyen aan Arnt van Huysselingen heeft overgedragen een hoefken land in Herpen Op Hoech Scadewyc tussen het erfgoed van Leonart Jans soin aan een zijde en het erfgoed van Claes Jan Claes zoens zoen aan de andere zijde, zich uitstrekkend met een einde tot aan de weg en met het andere einde tot aan de heide.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0526

1447 juli 13

Acta ... in domo inhabitacionis dictorum testatorum ... in vico de Postula

Notaris Gerardus de Grotel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Gherardus vanden Hezeacker en van Jutta, zijn wettige vrouw, burgers van de stad Den Bosch, waarin deze gelegateerd hebben aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert 1 maal ½ gulden van hertog Arnoldus,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan 1½ identieke gulden op dezelfde wijze,
  3. de voornoemde kerkfabriek de helft van de erfpacht van 1 mud rogge uit een zekere beemd, Den Brants Beempt in de parochie Oerschot in de pastorie Spoerdonc, welke pacht Gherardus van Godefridus, zoon van wijlen Godefridus Delyen soen, verkregen had,
  4. de conventen van de Predikheren en Minderbroeders in Den Bosch, en de conventen van de Augustijnen in Dordrecht en de Carmelieten in Schoonhoven de andere helft van deze erfpacht.
Met als getuigen: Engbertus vanden Hezeacker, zoon van Wolterus, en Johannes Hacken, zoon van Wolterus, burgers van de stad Den Bosch.
Dorsaal: Uuytgesloeten. (Van Uden)
Nummer: 1562

1447 juli 15

Acta et ordinata ... in domo inhabitacionis sue ... in parochia de Gestel sancti Michaelis

Notaris Hermannus ten Kolcke, priester, instrumenteert dat Bela, wettige vrouw van Willelmus vanden Kerckhoff, burger van de stad Den Bosch, in haar testament had vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik na haar dood 1 maal 1 Arnoldusgulden,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan na haar dood 1 maal 1 Arnoldusgulden,
  3. de kapelaans van de Sint-Jan na haar dood 1 maal 1 Arnoldusgulden waarvan ieder een zelfde deel krijgt,
  4. de kosters van die kerk na haar dood 1 maal 1 stuiver waarvan ieder een zelfde deel krijgt,
  5. de kapelaan, rector van de kerk van Sint-Michielsgestel na haar dood 1 maal ½ Arnoldusgulden,
  6. de koster van deze kerk na haar dood 1 maal ½ Arnoldusgulden,
  7. de kerkfabriek van de Sint-Jan en de fabriek van de Sint-Corneliuskapel op de Vuchterendyck na de dood van Bela en van Willelmus een zekere kamp, Die Voert, 4 morgen groot, in de parochie Sint-Michielsgestel op de plaats Haenwyck op voorwaarde dat de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan en van de kapel een erfcijns betalen van 9 £ voor een eeuwige mis elke maandag in de Sint-Jan op de plaats en het altaar dat Wilhelmus goedvindt met toestemming van de deken en het kapittel op voorwaarde echter dat heer Johannes van Dunen, priester, deze mis opdraagt of laat opdragen zolang hij in leven blijft en dit geschiedt onder bescherming van het kapittel. Ook zullen de meesters van de voornoemde fabriek (er staat niet fabrieken !) na de dood van hen beiden aan het convent van de Minderbroeders in Den Bosch zoveel mud rogge uitbetalen als mogelijk is voor een bedrag van 40 rijnsgulden. Er is echter bepaald dat Willelmus deze kamp kan terugkopen voor een bedrag van 200 rijnsgulden die in én keer betaald moet worden binnen 1 jaar na de dood van Bela behoudens echter dat Willelmus echter die mis na de dood van Bela door heer Johannes laat opdragen en die 9 £ betaalt totdat hij van die kamp afstand zal doen of die 200 rijnsgulden zal betalen en op voorwaarde dat de legaten van de mis en aan de Minderbroeders altijd door de voornoemde meesters van de kerkfabriek betaald moeten worden.
  8. Angela, haar nicht, dochter van Johannes Louwers, zuster van de Zusters van Orthen in Den Bosch, 1 morgen land met 1 einde op de plaats Opten Hoghen Stroem en met het andere einde bij het erfgoed van Gerardus van Berkel achter de straat genoemd Opten Vuchteren Dyck,
  9. Heilwig, haar nicht, dochter van Johannes Louwers, of haar kinderen, haar huis, erf en hof op de Vuchteren Dyck tussen het erfgoed van Henricus van Hall aan een zijde en en Johannes vander Moelen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het gemeenschappelijke water, op voorwaarde echter dat Willelmus dit huis, erf en hof kan verkopen en het geld dat hij daaruit verkrijgt kan aan aanwenden voor andere inkomsten voor Heilwig en haar kinderen na de dood van Willelmus.
  10. Een zekere kamp, Een Beempt, achter de Vuchterdijk tot aan het gemeenschappelijke water Achter Die Gemeyne Bueren, op voorwaarde echter dat voornoemde Angela in de voornoemde inkomsten en kamp en een hierna vermelde 2 mud rogge geen aandeel zal hebben.
  11. Voornoemde Heilwig of haar kinderen na haar dood en die van haar man een erfpacht van 2 mud rogge in de parochie Esch,
  12. Henricus, zoon van Hermannus Oeden, of zijn kinderen, na haar dood en die van Willelmus een erfpacht van 1 mud rogge in de parochie Uden,
  13. Sophia, vrouw van Johannes Goeswini, of haar kinderen, na haar dood en die van Willelmus, een erfpacht van 1 mud rogge in de parochie Oesterwyck op de plaats Leempoel,
  14. Jutta, haar nicht, dochter van wijlen Margareta, dochter van Andreas Tymmerman, na haar dood en die van Willelmus, een erfcijns van 2 £ en 1 oude groot uit de Peperstraet en een erfcijns van 2 £, uit de plaats Achter De Tolbrug, welke Johannes Heren verschuldigd is,
  15. Margareta, dochter van Gerardus de Beerze, na haar dood en die van Willelmus, datgene wat zij geheven heeft uit De Heilige Bron (Sacro Fonte), 7½ hont land groot, op de plaats Hondert Morgen in de parochie Vucht bij Oeteren.
  16. De deken en het kapittel van de Sint-Jan na haar dood een erfcijns van 1 £, waarvan Willelmus het onderpand zal aanwijzen, of 7 peters die in één keer betaald moeten worden.
  17. Haar man Willelmus al haar overige roerende en onroerende goederen en alle goederen die door haar en Willelmus tijdens hun huwelijk verworven zijn, alle gouden en zilveren juwelen, tinnen en koperen gebruiksvoorwerpen en bedden.
Met als getuigen: heer Johannes van Dunen, priester, Ghyselbertus Sgreven, matricularius van de kerk in de parochie Sint-Michielsgestel, en Theodericus vander Muelen, leek, burger in Den Bosch.
Deze akte is opgenomen in een akte van notaris Godefridus Hels de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, gedateerd op 1478 mei 9.
Nummer: 1799

1447 juli 15

De inhoud van deze akte is vrijwel identiek aan die van dezelfde datum. Deze akte is opgenomen in een akte van 1453 december 19, geinstrumenteerd door notaris Godefridus Hels, clericus van het bisdom Leodium.
Nummer: 1787

1447 september 15

Arnoldus de Gheel, zoon van Lambertus, en Symon die Hoesch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Martinus, zoon van wijlen Wantgerus Luyden soen, aan Johannes Vynninck, goudsmid, overgedragen heeft een erfpacht van 1 mud rogge uit:
  1. een stuk land in de parochie Beerlikem op de plaats Myddelrode tussen het erfgoed van Emondus de Cleve aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Gerlacus de Cleve aan alle andere zijden,
  2. stuk land op de plaats In Die Loe tussen het erfgoed van het convent van Berne aan een zijde en het erfgoed van Mechteldis, weduwe van Egidius vanden Ham aan de andere zijde,
welke 2 stukken land Hubertus, zoon van wijlen Hesselo vander Poeteren, van Martinus gepacht had.
Dorsaal:
  1. te vergelden by Willem Aert Gerrits
  2. 154
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0527

1447 september 20

  1. Wy Goeswyn Heym, Andries die Lu, Goyart Boest, Henric Becker, Jan Kepken, Arnt van Gheel Lambrechtssoen ende Symon die Hoesch, scepenen in sHertogenbosch doen kont en yegeliken dat
  2. Arnt van Hueselinghe Goyartssoen inden recht een aenspraeck gedaen heeft op Arnt Peterssoen van Os in absencien des selven Arnt Peterssoen met eenre cedulen aldus inhoudende Her Scouthet
  3. ende ghy heren ghy scepenen Arnt van Hueselinge Goyartssoen croent ende claegt over Arnt Peterssoen van Os of hoe hy mit recht genoemt is dat hy of lude van synre wegen hantplicht ende besingt
  4. een hove lants ... op Scaywyc tusschen erfnis of hove Hermans van Langel deen side ende Jan Pieters hove dander side gelyc die voirseyde hove aldair gelegen is welc dat voirtien Herman
  5. van Langel erfelyc gecoft hadde ende vercregen tegen Henric Zwertabensoen van Beerlikem gelyc in scepenenletteren van Herpen volcomelike begrepen is welc Herman van Langel die selve
  6. hove te bruycken plach als syn erf ende dair in bestarff als in synen erve ende dat na hem levende bleeff een syn wittige dochter ende gerechte erfgenaemen die Johan heyt ende die noch leeft
  7. die gerecht was ende bleeff totter hoven voirgenoemde die methoren wittigen man ende momber Rutger Boef in possessien geweest heeft als in synen erve ende dair aff huere ende tijt pacht
  8. voirtien gehaven ende geboert heeft vanden laet die dair op woenden op welke voirgenoemde hove Rutger voirseyde als man helmelinge vortegen heeft ende
  9. die erflyc overgegeven heeft Arnt voirgenoemde also dat hem die nu toebehoert als syn erf dair hem Arnt Peterssoen van Os nu commer in sleet des hy niet lyden en woude om hondert
  10. gouden ryders. Ende woude Arnt Peterssoen hier yet tegen seggen of yemant van syne wegen dese voirgenoemde punten en weren alle wair deser punten ende alre punten heefft Arnt Goyartssoen
  11. genoemt of niet genoemt dair hy wairheit toe behoeft ende hem stade doen mogen diere dreegt hy hem alle aen die wairheit soverre der wairheyt kundich is ende hem die te hebben ende
  12. te brengen in alre tyt als hem onse heren die scepenen wysen sullen dat recht is want hem aen syn erve geet hier om her scouthet begeert Arnt voirgenoemde ende eyscht (U ?) van rechts wegen dat ghy Arnt
  13. den voirgenger also goet hebt dat hy syn hant treck vander hoven voirseyde of dair voir hondert ryders geven doet of also Bele rechts doet geschien hem onse heren die scepenen wisen sullen dat
  14. recht is behoudeliken hem syns van Os ende syns rechts so dicke hy te doen sal hebben ende of hy onrechte wairheyt hoerden dat hy die mit rechter wairheit scutten mach of hys noet heeft ende
  15. of hy gheen noet en heeft dat hys ledich staen mach ende also die voirgenoemde Arnt van Hueselinge mitten vonnisse tot wairheyt gewesen was so heeft hy in absentien des voirseyde Arnt Peterssoen syn wairheyt
  16. geleyt mitten brieven ende personen hier onder bescreven dair toe geeydt inder maten hier na volgende yerst dede Arnt voirseyde tsyne wairheyt lesen enen scepenbrieff aldus inhoudende Wy Johan
  17. Manglairt ende Johan die Jonghe scepen te Herpen tugen dat voir ons comen is Henric Zwertabensoen van Beerlichem ende droych op mit shoef hant Herman van Langel een hove lants
  18. ... op Scadewyc tusschen Hermans hove van Langel voirseyde aen deen side ende Jans Preterssoen aen dander side also verre als sy Didderics Louwers hadde geweest mit allen den recht ende onraet
  19. gelyc als hise van Heymeric vander Aelsfoirt vercregen hadde ende die brieve dair af in begrepen hebben ende verteych na dair op in behoeff Hermans van Langel voirseyde also dat tfonnisse wysde
  20. dat hy dair niet meer recht aen en behielt ende Henric Zwertabensoen voirseyde geloefde op hem ende op alle syn goet Herman van Langel voirseyde dese voirseyde hove te weren jair ende dach voir
  21. alle die ghene dies te dage ende te recht comen willen ende alle voircommer aff te doen die van synre wegen dair op comen weer of comen mach in orconde des briefs besegelt mit onsen
  22. zegelen. Gegeven int jair ons Heren dusent driehondert ende eenendetsoventich des dynsdagh na sente Sebastiaens ende Fabiaensdach. Item Jorden Jacopssoen van Scerpenborch ende Kaerle vanden
  23. Hout scepenen tot Herpen tuyghden dat die brieff een scepenbrief van Herpen is ende seeten in hoerre bancken ende gemaent worden vanden genen die hen van rechtswegen sculdich weer te
  24. manen so so souden sy dair op wysen met gevollich huerre medescepen dat sy meynden dat recht weer beheltelic enyegelic syns goets rechts. Item dede Arnt van Hueselinge voirseyde tsynre wairheyt
  25. lesen enen scepenbrieff vanden Bosch aldus inhoudende Rutgerus Boeve maritus ... Johanne ... filie quondam Hermanni ... de Langel mansum
  26. terre situm ad locum op Scadewyc inter mansum Hermanni ... de Langel e.u.l. et inter mansum Johannis ... Peters e.a.l. quem mansum primodictus Hermannus de Langel erga Henricum
  27. ... Zwertabensoen van Berlichem acquisierat ... leg. et her. supportavit Arnoldo de Hueselinge Goyarts-
  28. soen ...
  29. Testes ... scabini in Buscoducis Arnoldus Monix filius Ghiselberti et Godefridus Scilder Datum
  30. vicesimasecunda die mensis junij Anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimosexto. Item Jordens Jacopssoen van Scerpenberch Jan Hermanssoen Goessen Geritssoen Jan Arntssoen
  31. van Os Claes Janssoen ende Arnt Maessoen tuygden dat hen kenlic is dat Janne wittige wyf Rutgers Boven wittige dochter is Hermans van Langel inden scepenenbrief van Herpen
  32. begrepen ende dat wilnere Arnt Peterssoen die hove inden voirseyde scepenenbrieven begrepen te bruycken plach doen hy leefden na synre doet heeft Arntken Peterssoen ende syns vaders
  33. erfgenaemen die hove voirseyde gebruyct sy of lude van hoeren wegen ende dat Rutger Bove als man ... Janne ... gerecht is tot allen gueden wilnere Hermans van Langel
  34. dair hy in bestarff. Item Jorden Jacopssoen van Scerpenborch tuygde dat hy seyde brieve ende deylbrieven gesien heeft dair in Hermans kynder van Langel dierre Rutgers Boven
  35. wyf een is bekent hebben dat sy jairlix gedeylt hebben ende bueren souden enen erfpacht van twee vaten ende van enen sleycken vaet roggen Herpens maten die sy uyter voirscreven
  36. hoven geldende hebben. Item Jan Hermanssoen Goessen Geritssoen Jan Arntssoen van Os, Claes Janssoen ende Arnt Maessoen ... tuygden dat hen kenlic is dat Rutger Boven
  37. man ... Johanne ... voirderen uyter hoven voirseyde jairlix dese naest twentich ende dertich jair langer ende meer geboert hebben enen jairliken
  38. ende erfliken pacht van twee vaten ende enen sleycken vaet roggen Herpens maeten sonder nu dese naeste drie of vier jair lest leden so heeft Rutger vast gemaent mer hy en waert
  39. niet al vermecht ende hen is kenlic dat Rutger voirseyde quam ende begerden aen wilnere Peteren van Os dat hy syn (haut ?) vander hoven voirseyde had willen trecken mer hy en woud des
  40. niet doen mer hy boet Rutgeren voirseyde te comen by die scepenen van Herpen te weten Reyncken Snavel, Zebrecht Boeve ende Goessen was manieren dair Rutger mede te breeden was
  41. mer eer sy by die scepenen quamen is die voirseyde wilnere Peter van Os van live ter doet comen. Item Jan Hermanssoen voirseyde tuygden dat hy heeft horen seggen dat Rutger Bove here
  42. mit scepenen van Herpen in die voirseyde hove heeft doen setten. Item Goessen Geritssoen voirseyde tuygde dat hy sach dat Rutger Bove mitten richter ende twee scepenen van Herpen was
  43. op die missen der hoven voirseyde mer wat hy dair dede en weet hy niet want hy sach van verres aen dair sy stonden ende spraeck te samen hadden. Item Goessen van Os, Claes Jans-
  44. soen ende Jans Arntssoen van Os tuygden dat sy dair by geweest hebben in Rutgers Boven huys in deser stad ende dair hoerden sy ende sagen dat Jan Zoelen die wellic die hove
  45. voirseyde tegen Arntken Peterssoen van Os gehuyrt hadde geloefden Rutgeren Bove voirseyde drie jair lanck alle jair een mud roggen ten Bosch te leveren mer die pacht soude Jan
  46. Celen voirseyde corten vanden pacht die Arntken voirseyde te voeren geloeft hadde ende wiet tbeste recht hedde van Rutgeren ende van Arntken die soude sprekenmetten recht mer Jan
  47. Celen soude altyt gestaen metten enen van hen tween te betalen. Ende dat dese geloefte gesciet syn om des erfs will inden voirseyde scepenenbrieve van Herpen begrepen. Item tuygden wy scepenen
  48. voirseyde dat Willem van Oesterwyc als poirtier van ons getuycht had dat hy aenden scouthet van Herpen versocht had dat hij Arnt Peters voirseyde ingebieden soude tegen Arnt
  49. Goyartssoen voirseyde. Item Henric Snavel scouthet tot Herpen tuyghden dat Willem van Oesterwyc als poirtier op hem versocht heeft dat hy Arnt Peterssoen voirseyde ingebieden
  50. soud tegen Arnt van Hueselingen Goyartssoen voirseyde. Des torkonden hebben wy scepenen onse zegelen aen desen brieff doen hangen. Gegeven opten twentichsten dach
  51. der maent van septembri int jair ons Heren dusent vierhondert ende sevenenveertich.
Dorsaal : niets nieuws
Zegels: 1e, 3e, 4e, 6e en 7e licht beschadigd, 2e zwaar beschadigd, 5e ontbreekt.
Nummer: 1785

1448 januari 29

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo septimo

Rutgerus de Geldrop en Marselius de Uden, schepenen in Buscoducis oorkonden dat Amelius vanden Hoevel en Goeswinus Toelinc, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, nietig verklaard hebben welke verkopen, vervreemdingen en verplichtingen dan ook die met welke goederen dan ook door alle debiteuren van de kerkfabriek aangegaan zijn.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0528

1448 maart 5

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo septimo

Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, en Marselius de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elyzabeth, dochter van wijlen Petrus Slaets, ten gunste van Johannes, zoon van wijlen Andreas vanden Noddenvelt, afstand heeft gedaan van de volgende bezittingen en haar rechten daarop:
  1. huis en erf in de Hynthamerstraat tussen het kerkhof van de Sint-Jan aan een zijde en het erfgoed van heer Everardus de Doernen, priester, aan de andere zijde en een einde en met het andere einde tot aan de openbare weg,
  2. een erfcijns van 30 schelling,
  3. een erfcijns van 2 schelling die Henricus Vinckelman en Petrus Slaets aan Johannes, zoon van wijlen Andreas vanden Noddenvelt, overgedragen hadden.
Zegels: linkerzegel licht, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0529

1448 juni 11

Ludolphus Buck en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus die Slager, wettige echtgenoot van Engela, en Mychael die Dasse, wettige echtgenoot van Yda, dochters van wijlen Jacobus de Engelant, en Arnoldus de Engelant, zoon van wijlen Lambertus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan afstand hebben gedaan van een zeker erfgoed en van alle rechten daarop naast de Hijnthamerstraat, dat vroeger van Lambertus Bucs geweest was en dat de kerkfabriek van Weyndelmoedis, weduwe van Lambertus, verkregen had.
Dorsaal: Dat nu is kerrekof.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0530

1448 juni 17

Ludolphus Buck en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Aelbertus de Roezel, zoon van Egidius, gereed geld getoond heeft en zijn recht op terugkoop en naastingsrecht op een huis, erf en hof in de Orthenstraat dat aan Johannes Brenthens, zoon van wijlen Johannes Brenthens, overgedragen was door Johannes, zoon van wijlen Martinus Aleyten de Westerhoven en dat Johannes Brenthens erkend heeft dat Aelbertus deze rechten heeft.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 0531

1448 augustus 2

Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Joede en Johannes, zijn zoon, aan Goeswinus Toelinc ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd hebben dat zij tussen nu en het eerstvolgende feest van de Zalige Remigius voor de hertog van Brabant zullen verschijnen of degene die hem in leenzaken vervangt, en dat zij voor dezelfde aan Goeswinus Toelinc zullen schenken (firmabunt) de kleine tienden in Oirschot, voor zover die in leen van de hertog afhankelijk zijn.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0532

1448 augustus 2

Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Joede, weduwnaar van Guedeldis, dochter van wijlen Johannes vanden Werve, aan Johannes, zoon van Johannes en Guedeldis, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik uit:
  1. een zekere hoeve in de parochie Bucstel op de plaats Selisem samen met de akkers, weiden, heidegronden en alle afhankelijke goederen van die hoeve,
  2. grote en kleine tienden van Oerschot die aan wijlen Florencius de Aa toebehoorden en later aan Willelmus de Aa, zijn zoon, samen met alle afhankelijke goederen van die tienden,
  3. elk deel en alle rechten die aan wijlen Florencius behoorden in de tol van Oerschot en het recht, Den Doven Houtschat in Oirschot, met zijn afhankelijke goederen,
  4. welke cijnzen dan ook welke Willelmus de Aa in Bucstel en Gemonden gewoon was te heffen,
welke hoeve, tienden, rechten en cijnzen Johannes die Joede samen met verscheidene andere erfgoederen en goederen van Willelmus de Aa verkregen had.
Dorsaal: fabrica in Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0533

1448 augustus 2

Willelmus Dicbier, zoon van Johannes, en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Joede, weduwnaar van Guedeldis, dochter van wijlen Johannes vanden Werve, aan Johannes, zoon van Johannes en van Guedeldis, had overgedragen zijn vruchtgebruik in:
  1. een zekere hoeve in de parochie Bucstel op de plaats Selisem samen met alle andere beemden, weiden, heidegronden en alle afhankelijke goederen van die hoeve,
  2. de grote en de kleine tienden in Oerschot die aan wijlen Florencius de Aa toebehoorden en later aan Willelmus de Aa, zijn zoon, samen met alle afhankelijke goederen van die tienden,
  3. het hele aandeel en alle rechten die aan wijlen Florencius toebehoorde in de tol van Oerschot en het recht, Den Doven Houtschat van Oerschot met al zijn afhankelijke goederen,
  4. alle cijnzen die men aan Willelmus de Aa verschuldigd was in Bucstel en Gemonden.
Johannes, zoon van Johannes en Guedeldis, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Goeswinus Toelinc ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan de overgaande goederen overgedragen met als lasten de volgende verplichtingen die jaarlijks uit deze goederen betaald moeten worden:
  1. een lijfrente van 10 goudgulden, gewoonlijk rijnschgulden genoemd, aan Johannes Bubnagel,
  2. een erfcijns van 5 £ en 5 schelling aan het convent van Sint-Clara in Den Bosch,
  3. een erfcijns van 3 gouden oude penningen, gewoonlijk aude schilden genoemd, aan een zeker altaar in Bucstel,
  4. een erfcijns van 20½ van de voornoemde gouden penningen aan de Tafel van de Heilige Geest in Bucstel,
  5. erfpacht van 40 mud aan de genoemde fabriek,
  6. erfpacht van 20 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Gerardus de Aa,
  7. erfpacht van 5 mud rogge aan de Tafel van de Heilige Geest,
  8. erfpacht van 9 mud rogge aan Arnoldus Beerwout,
  9. erfpacht van 12 mud rogge aan Daniel Roesmont,
  10. erfpacht van 5 mud rogge aan Abraham de Montfranc,
  11. erfpacht van 10 mud rogge aan dé erfgenamen van wijlen Willelmus de Petershem,
  12. erfpacht van 6 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Henricus de Gerwen,
  13. erfpacht van 7 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Gerardus die Wael,
  14. erfpacht van 2 mud rogge aan heer Henricus die Smyt, priester.
Goeswinus Toelinc, meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, heeft gezegd dat de fabriek alle achterstalige bedragen uit die lijfrente, erfcijnzen en erfpachten zal betalen.
Dorsaal: non habetur in lilas.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1272

1448 augustus 8

Ludolphus Buck en Willelmus Waerloes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Joede verklaard heèft van Goeswinus Toelinc, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, 100 goudgulden, gewoonlijk rijnschgulden genoemd, en 52 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, ontvangen te hebben die aan Johannes betaald moest worden wegens het vee dat er op de hoeve in de parochie Bucstel op de plaats Selisem is, de tol van Oerschot en het recht de Doven Houtschat van Oerschot en van enkele cijnzen die men aan Johannes verschuldigd was in Bucstel en Gemonden, welke goederen en rechten aan Goeswinus ten gunste van de kerkfabriek door Johannes overgedragen waren.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0534

1448 oktober 15

Idibus octobris, Datum Rome apud Sanctampotentianam

Akte van paus Nicolaas V, waarin hij toestemming geeft aan de kerkmeesters van de Sint-Jan om op het altaar dat voor het nieuwe Mariabeeld staat, zo vaak als nodig is, door geschikte seculiere priesters een mis te laten vieren en dit in weerwil van andere bepalingen.
Dorsaal: XIIII maij anno XIIIIc XLIX, pontificatus Nicolai V anno tercio, Amelius et Goeswinus, rectores fabrice presentaverunt decano has litteras et petierunt decerni processum. Cui domus decanus, conscito de assentatione quod capitulum dicte ecclesie ad id accessit consensus, decernit processum in fine, presentibus in aula decanali dominis Egidio Boubosch, Bat, Crom et Adriano (Froldi ?) presbyteris Buscoducensibus testibus J. (Jo ?)
Zegel: onbeschadigd.
Nummer: 1563

1449 januari 11

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo octavo

Theodericus de Os en Wolterus de Vucht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Johannes de Oeffel, priester, zoon van wijlen Jacobus de Oeffel, aan Gerardus de Meerlaer, zoon van Henricus de Meerlaer, verkocht heeft een erfcijns van 2 £ uit:
  1. zijn derde deel van een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen binnen de vrijheid van Sint-Oedenrode tussen het erfgoed van Johannes de Erpe aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes Stoemeker tot aan de openbare weg,
  2. zijn derde deel in een stuk land, 1 zester groot, aldaar aan beide zijden tussen het erfgoed van Johannes Stoemeker, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Petrus Goyarts soen tot aan het erfgoed van Johannes Stoemeker,
  3. een akker, 1 mudzaat groot, aldaar tussen het erfgoed van Johannes Stoemeker aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Best aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Petrus de Best tot aan de Keirckwech.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0535

1449 januari 29

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo octavo

Theodericus de Os en Rodolphus Scilder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes die Yoede aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen het recht om een pacht van 3 mud rogge terug te kopen en te verwerven, welke pacht afkomstig was van een zekere hoeve die vroeger van Johannes was in de parochie Bucstel op de plaats Celesel en uit de afhankelijke goederen van die hoeve, welke pacht wijlen Henricus de Gerwen van Johannes verkregen had en welk recht Henricus aan Johannes gegeven had.
Dorsaal: des brief syn van Jan die Joede tynden ende hoeven (die ?) Goessen Tolinc tegen Jannen ghecoft heeft.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0536

1449 februari 5

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo octavo

Rodolphus Scilder en Wolterus de Vucht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Lu, zoon van wijlen Matheus Lu en van wijlen Elizabeth, dochter van wijlen Arnoldus, zoon van Bruystinus, aan Theodericus Pels, zoon van wijlen Petrus Pels, overgedragen heeft een erfcijns van 4 £ uit het stenen huis en erf op de Markt naast het erfgoed van Wynricus de Oyen en uit de afhankelijke goederen van dit huis en erf, welke cijns Elizabeth samen met een erfcijns van 40 schelling van Johannes Loyer verkregen had.
Dorsaal: folio 59.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0537

1449 februari 13

Acta ... in ecclesia collegiata sancti Johannis Ewangeliste

Notaris Godefridus Hels, clericus van het bisdom Leodium, maakt op verzoek van de officiaal van Luik, gedateerd op 1447 januari 30, een akte van het testament dat Thomas, zoon van wijlen Wilhelmus Landmeter, kleermaker, burger van Den Den Bosch, en wijlen Johanna, dochter van wijlen Bartholomeus vander Minnen, zijn wettige vrouw, door wijlen notaris Johannes de Gruyter hadden laten opstellen op 1438 november 25 omdat Johannes de Gruyter door zijn dood niet in staat is geweest om op basis van het protocol een officiële akte te maken. Met als getuigen: Theodericus Ruvalle en Johannes Kyck, clerici van de bisdommen Leodium en Tornacum.
N.B. Zie voor de inhoud van het testament van Thomas en Johanna de datum waarop het oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1786

1449 maart 29

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo octavo

Theodericus die Lu en Wolterus de Vucht, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Engbertus Scheenken, zoon van wijlen Petrus Scheenken, en Egidius Dunnecop, wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van Petrus, aan Katherina, dochter van wijlen Godefridus de Zeelst, overgedragen hebben een erfcijns van 2 £ uit een weide, 1½ morgen groot, in de parochie Beerlikem op de plaats Middelrode tussen het erfgoed van Godefridus de Erpe aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Beerlikem aan de andere zijde, welke cijns magister Martinus de Zoemeren ten gunste van Petrus Scheenken, zoon van wijlen Johannes Scheenken, van Godefridus vanden Eynde de Hezewyck verkregen had.
Dorsaal:
  1. rector capelle in Middelrode non solvit
  2. anno 1574 modo ? Lambert de ? uuyt zynen gecoften camp int ?
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0538

1449 april 9

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo octavo

Wolterus de Vucht en Petrus de Arennest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, weduwe van Arnoldus Paenweter, zoon van wijlen. Henricus, aan Henricus, zoon van Arnoldus en Mechteldis, ten gunste van hem en van Luytgardis, zijn zus, dochter van Arnoldus en Mechteldis, had overgedragen haar vruchtgebruik in:
  1. erfpacht van mud rogge uit een stuk land, 3 lopenzaat groot, Den Buenre, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Cromvoert tussen het erfgoed van Theodericus die Olyslegher aan een zijde en het erfgoed van Ghibo Huesdens aan de andere zijde,
  2. stuk land, Den Bunt, 1 zester groot, aldaar tussen het erfgoed van Laurencius Vannart aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde,
  3. huis, erf, hof en aangrenzende akker, 5 lopenzaat groot, aldaar tussen het erfgoed van Razo Hannen soen aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde.
Jordanus de Deyl, zoon van wijlen Otto de Deyl, wettige echtgenoot van Luytgardis, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Henricus overgedragen de helft van die pacht van een ½ mud rogge.
Dorsaal: de capelle tot Middelroy.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0539

1449 juni 7

Wolterus de Vucht en Petrus de Arennest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Hynckaert aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan en ten gunste van dezelfde fabriek beloofd heeft te betalen alle achterstallige bedragen van de hierna vermelde cijnzen, pachten en lijfrente die niet betaald zijn:
  1. lijfrente van 10 goudgulden, gewoonlijk rijnschgulden genoemd, aan Johannes Bubnagel,
  2. erfcijns van 5 £ en 5 schelling aan het Clarissenklooster in Den Bosch,
  3. erfcijns van 3 gouden oude penningen, gewoonlijk aude scilde genoemd, aan een zeker altaar in Bucstel,
  4. erfcijns van 20½ gouden voornoemde penningen aan de Tafel van de Heilige Geest in Bucstel,
  5. een erfpacht van 40 mud rogge aan de genoemde fabriek,
  6. een erfpacht van 20 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Gerardus de Aa,
  7. een erfpacht van 5 mud rogge aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  8. een erfpacht van 9 mud rogge aan Arnoldus Beerwout,
  9. een erfpacht van 12 mud rogge aan Daniel Roesmont,
  10. een erfpacht van 5 mud rogge aan Abraham Montfranc,
  11. een erfpacht van 10 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Willelmus de Petershem,
  12. een erfpacht van 7 mud rogge aan de erfgenamen van wijlen Gerardus die Wael,
  13. een erfpacht van 2 mud rogge aan heer Henricus die Smyt,
welke lijfrente, erfcijnzen en pachten als onderpand hadden de grote en kleine tienden in Oerscot en verscheidene andere goederen die aan wijlen Florentius de Aa en later aan Willelmus, zijn zoon, toebehoorden.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0540

1449 augustus 26

Theodericus die Lu en Petrus de Arennest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van Henricus die Smyt van Bruggen, aan Laurencius, zoon van wijlen Zanderus vanden Bruekelen, beloofd had te betalen een erfcijns van 4 £ uit de kamp Die Gartecker, 2 morgen groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats Eyckendonc aan beide zijden tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Willelmus vanden Hoerinc, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes Robben tot aan de openbare weg, welke kamp Godefridus van Laurencius vanadaag voor die cijns en andere lasten verkregen had.
Laurencius is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft opnieuw beloofd dat Godefridus deze cijns kan terugkopen binnen een termijn van 5 jaar vanaf het eerstvolgende feest van Kerstmis, elke £ voor 7 gouden penningen, gewoonlijk peters genoemd, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen die dan nog uit die cijns betaald moeten worden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0541

1449 september 20

Wolterus de Vucht en Petrus de Arennest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Tielmannus, zoon van wijlen Arnoldus Tielmans soen, aan Hermannus Coenen, zoon van wijlen Cristianus, overgedragen heeft een erfcijns van 3 £, 10 schelling en 9 penningen uit een erfcijns van 4 £, welke cijns van 4 £ Anselmus, zoon van wijlen Johannes Hannnensoen, verschuldigd is aan Tielmannus uit een huis, erf en hof op de Vuchterdijk tussen het erfgoed van Henricus Koeck aan een zijde en het erfgoed van Philippus de Boden en zijn erfgenamen aan de andere zijde.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0542

1449 september 20

Wolterus de Vucht en Petrus de Arennest, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus de Arennest afstand heeft gedaan ten gunste van Hermannus Coenen, zoon van wijlen Cristianus, van een erfcijns van 3 £, 10 schelling en 9 penningen uit een erfcijns van 4 £, welke laatste cijns Anselmus, zoon van wijlen Johannes Hannen soen, verschuldigd was aan Tielmannus, zoon van wijlen Arnoldus Tielmans soen uit het huis, erf en hof op de Vuchterdijk tussen het erfgoed van Henricus Koeck aan een zijde en het erfgoed van Philippus Boden en zijn erfgenamen aan de andere zijde, welke eerste cijns Hermannus vandaag van Tielmannus verkregen had.
Dorsaal:
  1. 76
  2. pro Philippo.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0543

1449 oktober 10

Gerardus Boest en Rodolphus die Bever, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus de Huesselingen Goyarts soen aan Willelmus, zoon van wijlen Henricus Snyders, had overgedragen een erfpacht van een ½ mud rogge, die Heymericus vanden Velde, zoon van wijlen Laurencius, verschuldigd was aan Gerardus, zoon van wijlen Theodericus Ryngels uit:
  1. huis, erf, hof en stuk land, daaraan grenzend, 5 lopenzaat groot, in de parochie Gemonden tussen het erfgoed van Johannes Yden soen vander Stappen aan een zijde en het erfgoed dat vroeger van Gerardus Vendonck was aan de andere zijde,
  2. de helft van een stuk land, Die Velschenacker, tussen het erfgoed van wijlen Gerardus de Zelant aan een zijde en het erfgoed van wijlen Arnoldus Ghenen soen aan de andere zijde,
  3. de helft van een zesde stuk land in de parochie Gestel bij Heerlaer op de plaats Die Twe Hecken,
  4. het deel en het recht dat Gerardus toebehoorden in 1 lopenzaat land aldaar,
  5. alle roerende en onroerende goederen die Gerardus door de dood van Theodericus vanden Bersselair en de dood van Johannes, broer van wijlen Theodericus Ryngels geërfd had,
  6. een hofstad, 3 lopenzaat groot, in de parochie Gemonden aan beide zijden tussen het erfgoed van Johannes Colen soen,
  7. het erfgoed Dat Broexken aan beide zijden tussen het erfgoed van Engbertus Wouters soen.
Willelmus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft tegenover Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Willelmus Dicbier, zoon van Willelmus opnieuw beloofd dat hij die pacht op geen enkele wijze van Willelmus zal opeisen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1273

1449 oktober 17

Gerardus Boest en Rodolphus die Bever, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Goeswinus Pauli, priester, Jacobus Cuper en Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, als executeurs van het testament van wijlen heer Everardus de Doernen, priester, daartoe gemachtigd krachtens dat testament, aan magister Arnoldus de Weilhusen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen een zeker erfgoed met zijn afhankelijke goederen naast het kerkhof van de Sint-Jan.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0544

1449 december 5

Gerardus Boest en Rodolphus die Bever, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Arnoldus Paenweter, zoon van wijlen Henricus, aan Arnoldus Stamelart, kramer, zoon van wijlen Henricus, heeft overgedragen een erfpacht van mud rogge uit:
  1. stuk land, Den Buenre, 3 lopenzaat groot, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Cromvoert tussen het erfgoed van Theodericus die Olysleger aan een zijde en het erfgoed van Gibo Huesdens aan de andere zijde,
  2. stuk land, Den Bunt, 1 zester groot, tussen het erfgoed van Laurencius Vannaert aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde,
  3. huis, erf, hof en aangrenzende akker, 5 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van Razo Hannen soen aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde,
welke pacht van een ½ mud rogge Arnoldus Paenweter, zoon van wijlen Henricus, van Lambertus, zoon van wijlen Amelius die Rode gekocht had en van welke pacht Henricus, zoon van wijlen Arnoldus Paenweter een helft van Jordanus de Deyl, zoon van wijlen Otto de Deyl, verkregen had.
Dorsaal: (de ?) capelle tot Middelroey.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0545

1449 december 15

Peter Verdijsseldonck, Thys van Bergelen, Merselys Willems, Jan die Smet Verbeeck, Geryt vanden Berlaer en Maes vanden Caer, schepenen in Asten, oorkonden dat Henric Jans Tsbuynen, molenaar, als wettige echtgenoot van Jutte, wettige dochter van Merselys vander Weyen, aan Jan Colen, hun medeschepene, heeft overgedragen een stuk land te Omel tussen het erfgoed van Philip vanden Bosch aan een zijde en het erfgoed van Jan Henric Colensoen aan de andere zijde, met een einde zich uitstrekkende tot aan de openbare weg en met het andere einde tot aan Dat Gemeyn Laerbroeck, welk stuk land Jutte gekocht had van Dyrc Peters soen vander Donschilt.
Zegel: zwaar beschadigd.
N.B.: Deze akte is verbonden met die van 1439 september 24.
Nummer: 0546

1449 december 30

Johannes Spierinc en Gerardus de Vladeracken, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes vander Zuwen, zoon van wijlen Gerardus, aan Engbertus, zoon van Ghiselbertus die Zeger, verkocht heeft een erfcijns van 2 £ uit het huis, erf en hof van de verkoper in de Hijnthamerstraat tussen het erfgoed van het hospitaal aldaar, dat wijlen Reynerus de Arkel gesticht had, aan een zijde en het erfgoed van Henricus Andries soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Johannes die Brouwer en verscheidene andere personen.
Dorsaal:
  1. modo Lambert van (? rloe)
  2. vla ? ) Belarts Os
  3. Pels Bever meester Segerx x (Orteler ?) (Vander Weeghe)
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0547

1450 januari 20

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono

Gerardus Boest en Ghiselbertus Haeck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, natuurlijke zoon van wijlen Lucas Meeus soen de Beke, weduwnaar van Elizabeth, dochter van wijlen Theodericus Hermans soen de Spoerdonck, aan magister Arnoldus de Weilhusen ten gunste van Lucas, zoon van Willelmus en Elizabeth, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in de goederen die Elizabeth bij haar dood bezat en die Willelmus tegenwoordig bezit.
Dorsaal: fabrica in Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0548

1450 januari 20

anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo nono

Gerardus Boest en Ghiselbertus Haeck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus, natuurlijke zoon van wijlen Lucas Meeus soen de Beke, wettige weduwnaar van Elizabeth, dochter van wijlen Theodericus Hermans soen de Spoerdonck aan magister Arnoldus de Weilhuysen ten gunste van Lucas, zoon van Willelmus en wijlen Elizabeth, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in alle goederen die Elizabeth bij haar dood bezat en die Willelmus tegenwoordig bezit.
Dorsaal: fabrica de Buscoducis.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0549

1450 april 8

in domo inhabitacionis mea in camera domicionis sita apud pontem bladorum

Notaris Goeswinus Pauli, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Margareta Ackermans, dochter van wijlen Zanderus Moels, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, waarin zij heeft vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan,
  3. Onze Lieve Vrouw bij de toren, genoemd het nieuwe beeld,
meteen na de dood van de erflaatster ieder 1/3 deel van een erfcijns van 1 £, die deel uitmaakt van een erfcijns van 9 £, welke Margareta van Elizabeth, weduwe van Johannes de Best, en verscheidene van haar kinderen gekocht had, met als onderpand een huis en erf bij "die Haven" buiten de oude stadsmuur van Den Bosch, welk huis en erf tegenwoordig aan Henricus Claessen, zoon van wijlen Godefridus Claessen, toebehoort.
Met als getuigen: Elizabeth, dochter van wijlen Johannes de Zon, en Margareta, dochter van wijlen Henricus Wolteri, leken van Leodium.
Dorsaal:
  1. Item Margareta Eckermans beguta beseet XIII s. IIII d. ut enen huze after Den Craen, nu Wouter van (Boese ?)
  2. Nu Mechtelt syn wyf.
  3. nullius valoris qui sunt redempti et acquitati XIX decembris anno XVc ut patet in registris et receptorum de dicto dato. H. de Uden.
Nummer: 1274

1450 mei 16

acta fuerunt hec Leodii in habitacionis prefati venerabilis viri domini et magistri Petri decani ecclesie sancti Pauli infra eminitatem claustri eiusdem ecclesie sancti Pauli

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodii, instrumenteert dat Petrus Cromme, deken, en Johannes de Campo, kanunniken van de Sint-Jan, uit naam van de priorinnen en de convent ten bij de wateren van Maria van de orde der Birgitinessen in de parochie Roesmalen en van de zalige Gertrudis, geklausteerde reguliere kanunnikessen van de orde van Augustinus in Den Bosch, en aan de andere zijde Goeswinus Toelinck, Arnoldus Coelbaert en Bernardus Huygen, als executeurs van het testament van wijlen Petrus Gorter, burger van Den Bosch, gekomen zijn voor een minnenhijke schikking tussen hen in het geschil over het testament van Petrus Gorter. Magister Petrus de Molendino, doctor in de rechten, Henricus de Puthem, licentiaat in de rechten, dekens van de Sint-Paulus en de Sint-Dyonisius, Adam van Papenhoven, zegelbewaarder van Luik, en Daniel de Blochem, eveneens licentiaat in de rechten, kanunniken van dezelfde kerk van Sint-Paulus en Daniel de Zelandia, secretaris en notaris in het zegel van de genoemde aanwezige zegelbewaarder, hebben beslist dat beide partijen beloofd hebben in de handen van de onder, vermelde notarissen beloven op straffe van een boete van 1000 gouden rijnsgulden, voor de helft aan de bisschop van Luik, en voor de helft, aan ? de volgende punten te zullen nakomen.
  1. de helft van een erfcijns van 50 gulden die de stad Den Bosch aan Petrus Gorter verschuldigd was geven de executeurs meteen aan de genoemde kloosters,
  2. de executeurs overhandigen meteen aan de voornoemde kloosters de schepenakten van de stad Den Bosch of andere akten waarvan melding gemaakt wordt van de cijnzen van 100 die Henricus Berwout, die van 25, die Gerardus Moll de Driel en die van 15 rijnse gulden, die Rutgerus de Erkel, burgers van de stad Den Bosch aan de erflater verschuldigd waren,
  3. eveneens moeten de executeurs voor de betaling
  4. -
  5. de executeurs betalen de proceskosten,
  6. de kosten van de executeurs komen voor hun rekening,
  7. -
  8. -
  9. de executeurs kunnen naar hun goeddunken beschikken over het huis en de hof van de erflater,
  10. -
  11. de akte waarvan sprake is van 100 elinckardorum wordt afgestaan aan Onze Lieve Vrouw in Den Bosch,
  12. geschillen hierover moeten op minnelijke wijze opgelost worden.
Met als getuigen: Theodericus de Puthes, ontvanger-generaal van de overleden (memorati) bisschop van Luik, Hubertus Steenwech, Henricus Moenix, Johannes sGraets, magister Johannes Back, Andreas Brans en Johannes de Achel, anders genoemd De platea, en verscheidene anderen.
Nummer: 1564

14(50) juli 15

Johannes Bathen (soen) en (Martinus) Goevy, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus en Johannes de Lent, broers, kinderen van wijlen Hnericus (B ? ), aan Heester, zoon van wijlen Johannes, beloofd hebben te betalen 4 mud rogge op het eerstvolgende feest van Maria-(Lichtmis).
Zegels: (afhangend) de bovenste is licht beschadigd, de onderste ontbreekt.
N.B.: Een gedeelte van de tekst ontbreekt. De gedeelten tussen haakjes konden gereconstrueerd worden.
Nummer: 0550

1450 juli 17

Ghiselbertus Haeck en Rodolphus die Bever, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Oyen, zoon van wijlen Philippus de Oyen, aan Arnoldus de Macheren, zoon van wijlen Arnoldus, overgedragen heeft een erfpacht van een halve mud rogge, Macharense maat, deel uitmakend van 1½ mud rogge, uit een stuk land in de parochie Macharen op de plaats Die Bollit tussen het erfgoed van Eeffa, dochter van wijlen Johannes vanden Hoeve, aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Tengnagel aan de andere zijde, welke pacht van 1½ mud rogge Johannes de Oyen van Lambertus, zoon van wijlen Willelmus Lueten soen, verkregen had.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0551

1450 september 8

Acta ... in domo habitacionis dicti testatoris

Hermannus Pieck, priester en plebaan van de collegiale en de parochiekerk van de Sint-Jan, oorkondt een extract uit het testament van Wilhelmus de Vucht, zoon van wijlen Johannes, burger van de stad Den Bosch, waarin deze in aanwezigheid van Yda, zijn vrouw en met haar uitdrukkelijke toestemming, het volgende heeft vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 1 stuiver,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan 1 maal ½ gulden van hertog Arnoldus,
  3. elk van de 4 bedelorden 1 maal een zester rogge, (wordt niet gespecificeerd om welke kloosters het gaat)
  4. het klooster van de zusters en broeders op de wateren van Onze Lieve Vrouw 1 maal 1 postulaatgulden,
  5. de zusters van de Derde Orde wonend in Den Bosch "opten Papenhuls" 1 maal 1 gulden van hertog Arnoldus,
  6. de fabriek van de Sint-Corneliuskapel in Den Bosch 1 maal 1 postulaatgulden,
  7. De erflater zegt een erfpacht te hebben in de Sint-Petrusparochie in Vucht van 6 zester rogge uit een stuk land Den Heyboenre naast het erfgoed van Nicolaus Heyster aan een zijde en naast het erfgoed van Elizabeth de Eyck aan alle andere zijden, van welke erfpacht de erflater vermaakt heeft aan de kerkfabriek van de Sint-Jan ten gunste van de bouwwerken 2 zester rogge,
  8. de kapelaans die in die kerk de erdedienst verrichten een zester rogge uit die zelfde 6 zester, waarvoor die kapelaans de erflater en Yda, diens vrouw in hun liber animarum moeten inschrijven en hun namen op de preekstoel moeten afroepen, zoals gebruikelijk is,
  9. de overige 3 zester heeft de erflater geschonken aan de fabriek van de Sint-Lambertusparochie in Vucht, waarvoor die kerkfabriek het jaargetijde van de erflater, van Yda, diens vrouw, hun beider ouders en dat van Aleydis, de eerste vrouw van de erflater, moeten gedenken.
De kerkfabrieken van de Sint-Jan en de Sint-Lambertusparochie en de kapelaans zullen deze erfpachten meteen na de dood van de erflater krijgen.
Met als getuigen: Johannes Haze de Steensel, clericus, custos van de Sint-Jan, Snellardus van Spull en Martinus Arnoldi, inwoners van Den Bosch.
Dorsaal:
  1. testament Wijllems van Vucht op den Vuchteren dyc II sester roggen te Vucht uut den Heyloeze gilt nu Henric Bolant tot Vucht.
  2. Numero 80.
  3. 165 verso.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 0552

1450 oktober 8

Jan Taye, Geerit vanden Kerckhove, Ghysbrecht Moelepas en Jacob die Sone, leenmannen van de hertog van Bourgondië en Brabant, oorkonden dat Jan Sporkille voor de stadhouder van Bourgondië en Brabant gekomen is en daar verklaard heeft dat Arnt Stamelart, kramer uit Den Bosch, hem een lijfrente van 55 Beierse gulden betaald had die Jan Sporkille, zijn vrouw Catherina Musch en hun beider kinderen kregen uit de helft van een kwart van de tienden in Hilvarenbeek en 26 morgen in Littoyen en dat Jan Sporkille onder ede verklaard heeft dat hij niet meer van Arnt Stamelart en zijn erfgenamen de betaling van de voornoemde lijfrente zal opeisen.
Zegels: (opgedrukt) 1e zwaar beschadigd, 2e, 3e en 4e licht beschadigd, met handtekening van Johanne vanden Ende, klerk en bewaarder van de leenboeken van de hertog.
Nummer: 1275

1450 oktober 26

Johannes Bathen soen en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ponthenerus, zoon van wijlen Yudocus Kepken, aan Jacobus Steenwech, zoon van Goeswinus Steenwech, verkocht heeft de helft die hij bezat in een kamp, 3 morgen groot, in de parochie Roesmalen op de plaats Die Diept tussen de openbare weg aldaar aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Noet, Arnoldus en Johannes de Oyen, broers, en verscheidene anderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het openbare pad aldaar tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Petrus die Gorter met als last het onderhoud van de sluizen, sloten, watergangen en dijken binnen die kamp.
Dorsaal: Item van II morgen lants die Jacob Stewech der kerken beset heeft glegen tot Hynen in Die Diept.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0553

1450 november 19

Johannes Bathensoen en Martinus Goevy, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Petrus Wouters, aan Petrus die Bever, zoon van wijlen Theodericus die Bever, overgedragen heeft een erfcijns van 40 schelling uit een huis, erf, hof en stuk land dat daaraan grenst, 10 lopenzaat groot, in de parochie Sint-Oedenrode op de plaats Ollant tussen het erfgoed van Gerlacus vanden Borne aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus vanden Borne aan de andere zijde, zich met beide zijden uitstrekkend tot aan de openbare weg, welke cijns Johannes, zoon van Petrus Wouters, van Gerardus Walraven gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Gerardus Walraven het recht behoudt om deze cijns terug te kopen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0554

1450 december 5

Andreas die Lu en Martinus Goeby, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van Wolterus vander Ryt, aan Johannes Heer, zoon van wijlen Gerardus Heer, overgedragen heeft een erfcijns van 40 schelling uit het huis, erf en hof op Den Audenhuls tussen het erfgoed van Henricus de Weert aan een zijde en het erfgoed van Theodericus, zoon van Wolterus vander Ryt, aan de andere zijde, welke cijns laatstgenoemde Theodericus van Arnoldus en Katherina, kinderen van wijlen Johannes Baert, gekocht had.
Dorsaal:
  1. II £ payment Audenhuls folio 31. (Van Uden).
  2. Weverplaets 40 s. pagts ende 10 s. pagts maeckende tsamen XVII ½ stuivers.
  3. Numero 80.
  4. Dit huys komt toe den heer Jacob Kughlinus.
  5. 70 verso.
  6. folio 60 verso.
  7. van XL schelling opten Huls beset totten Vuerwagen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0555